Erwin was twaalf jaar oud toen het al zeker wist: hij wilde van muziek zijn beroep maken. Als jongenssopraan reisde hij met een operagezelschap het hele land door voor uitvoeringen van de relatief onbekende opera Curlew River, van Benjamin Britten. Amsterdam, Leiden, Maastricht: ze kwamen overal.
Het was betoverend mooi. De manier waarop een groep hechte muzikanten door veel oefenen en met veel discipline zoiets magnifieks kon neerzetten, maakte diepe indruk. De magie van muziek liet hem nooit meer los.

Geen plan B
Een paar jaar eerder – Erwin was toen negen jaar – nodigde zijn oom hem uit om eens op diens koorschool in zijn toenmalige woonplaats Haarlem te komen zingen. Vraag hem nu niet meer waarom, maar het leek Erwin wel wat. ,,Ik was enthousiast.” Hij ging en zong. En hij vond het zo fantastisch, dat hij blééf gaan en zingen. Elke dag opnieuw.
,,Het trok me”, vertelt Erwin. ,,Mijn ouders vroegen me nog: weet je het zeker? Ik wist het zeker.” Hij leerde zingen, kreeg theorielessen over muziek en leerde dwarsfluit spelen. Elke zondag was er een optreden in de Sint Bavo, de grote kathedraal in het hart van de stad waar hij opgroeide.
Erwin rondde de havo af en deed toelatingsexamen op verschillende conservatoriums. In Den Haag werd hij afgewezen. Daar nemen ze, zegt Erwin, alleen de allergrootste talenten aan. Vaak ook uit het buitenland. ,,Ze vroegen me of ik ook een plan B had, voor als het niet zou lukken in de muziek. Nee dus, ik had geen plan B. Ik was vastbesloten.”
Overal aan de bak
Hij werd aangenomen in Alkmaar en specialiseerde zich in dwarsfluit en ensembleleiding. Over dat laatste: hij leerde kleinere groepen muzikanten te begeleiden. Denk aan een strijkkwartet, of een groepje saxofonisten. ,,Dan pik je ook heel snel kennis over basiseigenschappen van verschillende instrumenten op.”
Toen hij klaar was, wilde Erwin meer. Hij was nog hongerig. ,,Ik heb er nog een verkorte opleiding aan vastgeplakt: koordirectie.” Na twee jaar was hij gediplomeerd dirigent. Hij moet een jaar of 25 zijn geweest. ,,Ik heb een enorm brede opleiding gehad en daarvan heb ik tot nu toe altijd de vruchten geplukt.”
Hij kon overal aan de bak. Het begon met het geven van een paar zang- en dwarsfluitlessen en al snel stond hij voor zijn eerste koren.
Naar Friesland
Zij vrouw Christel leerde hij kennen op het conservatorium. Ze woonden op een gegeven moment in een huurhuisje in Heerhugowaard. ,,Christel wilde heel graag een extra ruimte waar ze zangles zou kunnen geven. We besloten een huis te kopen. Dat was en is gezien de prijzen in Noord-Holland sowieso al heel moeilijk, maar zeker als je er een praktijk aan huis bij wilt.”
Voor een woning in Friesland hadden ze wél budget. Ze vonden een perfecte plek in Bolsward en trokken de Afsluitdijk over.
Een week van Erwin ziet er nu zo uit.
Maandag: twee koren dirigeren in Bolsward, zangles geven bij het kindermuziektheater in Sneek, thuis dwarsfluitlessen verzorgen.
Dinsdag: lesgeven aan huis, in de avond een koor dirigeren in Heerhugowaard (al 23 jaar).
Woensdag: lesgeven aan huis, dirigeren bij Reunited.
Donderdag: het overdagkoor in Sneek leiden, opnieuw aan de slag bij het kindermuziektheater, dirigeren van Evergreens in Sneek.
Vrijdag: dirigeren bij het overdagkoor in Bolsward, lesgeven aan huis. Zaterdag/zondag: vaak optredens.
Grenzen bewaken
Dan blijft er dus weinig tijd over. ,,Ik ben bij het kindermuziektheater in loondienst, maar voor het overige zzp’er. Het is echt sprokkelen, ik ben eigenlijk nooit echt vrij. Want in de uurtjes die ik over heb, bereid ik dingen voor. Gelukkig zijn noten voor mij een tweede taal, ik kan nieuwe muziek eigenlijk meteen zingen.”
Tien jaar geleden kwam hij zichzelf tegen. ,,Toen heb ik een burn-out gehad. Daarna heb ik veel koren die ik in Noord-Holland nog had, opgezegd. Je moet als eigen baas in de muziek je eigen grenzen bewaken. Dus toen ik het vorig jaar weer echt te druk had, heb ik een maand eerder dan de bedoeling was vakantie genomen.”
Hij is fanatiek. Niet verwonderlijk: fanatisme zit in de familiegenen. Cor van der Geest, de bekendste Nederlandse judotrainer, is zijn oom. Dennis van der Geest, de voormalige topjudoka, is zijn neefje.
Geduld hebben
,,Ik wil absoluut altijd het beste, maar ik vind het sociale aspect van muziek ook heel belangrijk. En niet onbelangrijk: ik mag professional zijn, ik werk vaak met mensen die voor hun plezier met muziek bezig zijn. Dat betekent dat ik geduld moet hebben.”
,,Ik heb ook geleerd van de dirigent die ik vroeger op de koorschool had”, vervolgt Erwin. ,,Die schoot soms uit zijn slof, die gooide de pianoklep keihard dicht als het hem niet zinde. Als jongen wist ik al dat ik het echt anders zou doen.”
Nooit eerder dirigeerde hij een popkoor als Reunited, met liedjes die niet ouder zijn dan vijf jaar. ,,Dat repertoire is echt onderscheidend en uniek. Ik vind dat we een ontzettend leuke, enthousiaste groep hebben. Het koor wordt ook echt beter. Ik ben nu zo’n twee jaar bij Reunited en ik zie een enorm stijgende lijn. Het is heel erg leuk om te doen.”